De gouden eeuw van Holland , waarin de republiek zijn macht uitbreidde, gecombineerd met de inname van Maastricht in 1632 door Frederik Hendrik zorgden voor de verandering van de positie van de stad Maastricht. De republiek treedt in de rechten van de Hertog van Brabant . Er komt een Staats garnizoen van gemiddeld 4000-5000 soldaten, onder bevel van een militair gouverneur, die door de Staten-Generaal uit de leden van de hoge Europese adel werd benoemd. Maastricht werd de 17e en 18e eeuw de "Poort van Holland".
De stad vormde nu een geïsoleerde supervesting, die aanvallen vanuit het zuiden van Spanje en na 1648 van Frankrijk, moest stuiten of ophouden, voordat de vijand de grens van de Republiek had bereikt.
Maastricht speelde , vooral tijdens de Spaanse Successie-oorlog, (1701-1713) een belangrijke rol als arsenaal, uitvalbasis en verbindingsstelling van de geallieerde legers.
Vijf keer werd de vesting na 1632 belegerd. Drie keer werd ze door de Fransen ingenomen. In 1673 door Lodewijk XIV, met verbazingwekkende snelheid en in 1748, door Maarschalk Maurits von Saksen na een matte verdediging. In 1794 werd Maastricht ingenomen door het Frans republikeins leger, onder leiding van Generaal Kléber.
De Franse belangstelling voor Maastricht heeft een uniek monument nagelaten in de vorm van een 39m2 grote maquette van stad met haar fortificaties, die in de jaren 1748/1752 werd vervaardigd en momenteel in het Musée des Plans/Relief (Lille- Frankrijk) wordt bewaard.
Een kopie bevindt zich nu in het Bonnefanten-museum. Bij uitzondering worden de ommelanden eveneens uitgestald.
De Hoofdwacht op het Vrijthof, waar de kleurrijke parades plaatsvonden, enkele wachthuizen in neo-klassieke stijl van de 18e eeuw, de straatnamen ontleend aan de "barakken" van de soldaten en het huidige Theater herinneren nog aan de tijd dat het garnizoen in Maastricht gevestigd was.